Hans Wiegel – de biografie, geschreven door Pieter Sijpersma – verteld door Co de Kloet
In coronatijd maakte ik menige wandeling in het uur voorafgaand aan de avondklok, en daarbij was het luisterboek van Hans Wiegel een welkome gezel. Terwijl ik door de Jordaan liep of langs de grachten of door de Houthavens en het Westerpark, vertelde de warme rustige stem van Co de Kloet mij van alles wat ik nog niet wist over de politiek in de jaren ’60, ’70 en ’80. Het aardige van de biografie van Hans Wiegel is dat die deels ook een cultuurschets is: per decennium is er een beschrijving van gewoonten en ontwikkelingen in de Nederlandse maatschappij waardoor je de politicus Wiegel kunt waarnemen in de context van die tijd. De opkomst van Wiegel in de politiek valt bijvoorbeeld samen met de opkomst van de televisie. De grote ambitie van Wiegel om van de VVD een volkspartij te maken en zijn onvolprezen talent om complexe kwesties uit te drukken in gewone-mensen-taal combineren natuurlijk uitstekend met het gegeven dat hij live op televisie te zien is voor het gewone volk voor wie de televisie een nieuwe wereld opent. Zo brengt hij de politiek daadwerkelijk dichterbij de Nederlanders en zorgt hij voor een flinke groei in VVD Tweede Kamerzetels. Hij maakt zijn ambitie om van de VVD een volkspartij te maken waar.
Intrigerend is het om te zien hoe iemand op 25-jarige leeftijd in de Tweede Kamer komt en al heel snel doorgroeit tot partijleider. Hij meet zich gemakkelijk met de ervaren Joop den Uyl die in dit boek als zeer intelligent en opvallend innemend wordt beschreven. Wiegel voerde fel oppositie tegen het kabinet Den Uyl en volgens deze biografie kon Den Uyl dat waarderen. Den Uyl debatteerde graag tegen Wiegel, ten overstaan van volle zalen. Over het nog steeds vaak op televisie getoonde fragment waarin Wiegel zegt dat Sinterklaas bestaat en – wijzend naar Den Uyl – aangeeft ‘daar zit hij’, waarop de hele zaal in schaterlachen uitbarst, heb ik altijd aangenomen dat Den Uyl zich voor gek gezet had gevoeld. Maar die kon erom lachen en genoot van de rumoerig verlopen avond. Inhoudelijk stonden ze zover tegenover elkaar dat er nooit een coalitie uit kon voortkomen, maar dat stond het contact als mens en politicus niet in de weg. Een mooi voorbeeld voor de huidige tijden waarin politici een hekel hebben aan anderen en hen domweg ‘weg wensen’; iets wat natuurlijk niet gebeurt en alleen maar tot verzuring in de verhoudingen leidt.
Sowieso is de opgewektheid van Wiegel een mooie leidraad die door het hele boek loopt. Wiegel zorgt goed voor zichzelf. Zo houdt hij van stijl wat tot de herintroductie van een koets met paarden bij zijn ministerschap van Binnenlandse Zaken leidt en hij houdt van een sigaar en een borrel waar op het ministerie in voorzien wordt. Daarbij is hij dan ook tolerant voor anderen en heeft er begrip voor dat die andere dingen belangrijk vinden. Er zijn mensen die zichzelf beperken en dan vinden dat anderen dat ook moeten doen – Wiegel beperkt zichzelf niet en geeft anderen ruimte. Dat dat opvalt, is veelzeggend.
Het hele proces tussen regering en Tweede Kamer in de tijd van Wiegel komt chaotischer over dan in de strakke coalities van de laatste decennia: dan is die weer ergens tegen en dan werkt die weer niet mee. In het CDA hebben ze zelfs een groepje dissidenten waar de coalitie die Wiegel’s VVD vormt met Van Agt’s CDA de nodige hinder van ondervindt. Hoe dan ook is er respect voor de positie van volksvertegenwoordigers, ook al lijkt de coalitie zich daardoor al stotterend naar het einde te begeven en worden belangrijke grote veranderopgaven te weinig gerealiseerd.
Wiegel beseft als geen ander dat politiek ook een vorm van theater is, en dat de kiezer de mensen in Den Haag wil kennen en het fijn vindt als er wat te beleven valt. Veelvuldig is hij in het nieuws te vinden en in vergelijking met tijdgenoten toont hij ook meer van zijn thuis en zijn persoonlijk leven. De mensen smullen ervan. Velen verwijten hem ijdeltuiterij en ongetwijfeld is dat terecht maar dit is ook waar: Wiegel minacht niemand, hij behandelt iedereen met respect ongeacht of die persoon een hoge of een lage functie heeft. Hij zit niet opgesloten in een ivoren toren van macht en regeren en heeft oog voor de gewone man. Juist de eigenheid van Wiegel en zijn onorthodoxe stijl vormen zijn kracht. Dat hij ondertussen weinig visie toont, werkt eerder in zijn voordeel: het biedt anderen die met hem moeten samenwerken, ruimte om dat in te vullen. Zo is een consequente liberale koers minder te herkennen bij Wiegel. Aan de andere kant weet Wiegel datgene wat hij vindt, veel beter te verkopen dan menig ander in die (en de huidige) tijd. Het verbaast niet dat Wiegel tot op heden een grote publiekslieveling is.
Wiegel vormde een hechte twee-eenheid met Van Agt. De vele voorbeelden in het boek over hoe het toeging in de tijd dat Van Agt premier was en Wiegel vicepremier laten zien dat het vertrouwen tussen die twee heel groot was. Ook toont het hoe gemakkelijk Wiegel de gaten wist te vullen die Van Agt liet vallen. Van Agt lijkt niet te hebben overgestroomd van ijver of hij vond zijn functie niet leuk genoeg – met een volledig loyale houding kreeg Wiegel de kans problemen aan te vatten die eigenlijk bij de premier hoorden. Hij deed het met een zeker gemak en overwicht, ongetwijfeld wetend dat hij het ambt van premier had kunnen doen met zijn talent als zijn partij groot genoeg was geweest. Op de achtergrond is de opkomst van Lubbers te zien die veel meer kan en weet en wil dan Van Agt. Lubbers probeert constant een voet tussen de macht te krijgen. Van Agt en Wiegel gunnen hem die ruimte niet maar uiteindelijk is Lubbers toch degene die het stokje van Van Agt overneemt. Dat wordt een periode van grote veranderingen, waarover ik in de volgende blog schrijf: Haagse jaren, De politieke memoires van Ruud Lubbers.
30 uur heb ik moeten wandelen om dit luisterboek Hans Wiegel – de biografie uit te krijgen en het was van begin tot eind de moeite waard. Als je niet wilt wandelen, koop dan het boek in de boekhandel of op je e-reader: van harte aanbevolen.